149 van n°. 5. Genootschappen tot het verleenen onderstand aan behoeftige kraamvrouwen n°. 6 en 7. Godshuizen (niet zijnde ziekenhuizen of geneeskundige gestichten voor krankzinnigen) n°. 8. Ziekenhuizen n°. 9. Soepinrichting voor arme Israëlieten en vereeniging tot het verstrekken van warm voedsel aan arme schoolkinderen n". 10. Instellingen tot werkverschaffing aan be- hoeftigen. Onder laatstgenoemde instellingen komt niet voor de werkinrichting voor hulpbehoevende blinden, ge vestigd in het Westeinde N". 201. Uit het omtrent deze instelling uitgebracht verslag blijkt, dat de belangstelling in het lot der blinden het mogelijk maakte weder twee blinden op te nemen, zoodat er thans 24 in die inrichting werkzaam zijn. Wel is waar sloot de rekening dezer inrichting bij het einde van het jaar met een tekort van f 223,50, doch men verwacht, dat de liefdadigheid dat tekort zal aanzuiveren en het Bestuur het daardoor mogelijk maken hetzelfde aantal blinden aan het werk te houden. Instellingen tot voorkoming van armoede, door of vanwege de Gemeente of door particulieren beheerd. De gewone statistieke opgaven betrekkelijk deze instellingen komen voor in de tabellen als bijlage 35, hierachter opgenomen. 1". De Bank van Leening, 2°. De Hulpbanken, 3". De Spaarbanken. Commissarissen van de Bank van Leening hebben bij die tabel weder overgelegd een uitvoerig verslag, mede hierachter gevoegd, waaruit wij aanstippen,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 151