150 HOOFDSTUK XL Landbouw. dat het aantal beleende panden, hetwelk reeds in 1888 eene vermindering had ondergaan, in 1889 wederom achteruitging. In vergelijking met 1888 werden er in 1889 14906 panden, ter waarde van f39502,50, minder beleend. Ook dit jaar was die vermindering hoofdzakelijk waar te nemen in de kortstondige beleeningen in de hulpkantoren. Commissarissen zijn van gevoelen, dat deze vermindering niet kan gelden als bewijs dat het afgeloopen jaar voor den minvermogende, kleinhandelaar of handwerksman gunstig zou zijn geweesteerder moet zij worden toegeschreven aan het voortdurend aangroeien van huizen van verkoop, met recht of beter gezegd „gemaskeerde banken i het aantal der van wederinkoop van leening’’. De toestand van den landbouw onderging geen verandering. De weersgesteldheid was over liet algemeen van dien aard, dat de landbouwer niet te klagen had; de gunstige toestand van de weilanden kwam ten goede aan het veevroeg in het voorjaar verliet het den stal en laat in het najaar werd het weder daarheen gevoerd. Ook de hooibouw leverde goede resultaten op het hooi was overvloedig en van zeer goede hoe danigheid. In de aardappelen kwam weinig ziekte voor; de opbrengst was bevredigend. Landbouw en Veeteelt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 152