156
b. Vervening.
c. Mijnwezen.
nijverheid treft men in deze
en metallurgie had voldoende werk de fabriek aan
den Zuid-Oostbuitensingel werkte met ongeveer
50 man.
De Margarine-boterfabrieken de ’s-Gravenhaagsche-
melkinrichting mochten zich in een vermeerderd
debiet verheugen.
Ook de overige handelaren in die artikelen had
den geen reden tot klagen.
Onder letter b van hetzelfde hoofdstuk wordt
medegedeeld, dat de voortdurende aanbouw in de
buitenwijken der Gemeente aan de verschillende
ambachten ten goede kwam.
Onder letter c zijn opgenomen de inrichtingen in
het belang der werklieden, die, evenals de onder
letter d genoemde instellingen en inrichtingen in
het belang van de nijverheid, sedert het vorige jaar
geen verandering ondergingen.
Het verslag der afdeeling 's-Gravenhage van de
Vereeniging ter bevordering van Fabrieks- en Hand-
werksnijverheid in Nederland is als bijlage 37 hier
achter gevoegd.
Deze takken van
Gemeente niet aan.
d. Visscherij, binnengaats, op de Zuiderzee, en
buitengaats.
Hierboven stipten wij reeds aan, dat de opbrengst
van de visscherij weder minder gunstig was.
De schrobnetvisschcrij werd als gewoonlijk in het
laatst van Januari en begin Februari aangevangen.
Zij werd uitgeoafend door 139 bommen en 28 log
gers, alzoo door een viertal bomschuiten meer dan