157 van van den buitenlandschen handel Hoofdstuk II letter b van het Ten aanzien verwijzen wij naar verslag der Kamer. c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten. Bij het einde van het jaar waren er in deze Gemeente 126 vaartuigen van 10 en meer tonnen inhoud tegen 145 in 1888. De beurtschepen, pak- en marktschuiten, van en op ’s-Gravenhage varende, meten te zamen 2502 scheepston en de stoom- booten, varende tusschen deze en andere Gemeenten en vice—versa, hebben een gezamenlijken inhoud van 1017 ton. in 1888. De schuiten besomden te zamen f 1 58.663.75 of gemiddeld per schuit f 1141.4-6, zijnde f 234 minder dan in 1888. In het begin van Juni werd een aanvang ge maakt met de haringvisscherij. Zij was gunstiger dan het vorige jaar, doch, tengevolge van den grooteren aanvoer, waren de prijzen lager. Aan deze visscherij werd deelgenomen door 172 bommen en 30 loggers. Verdere bijzonderheden, ook wat de prijzen betreft, zijn opgenomen in Hoofdstuk III van het verslag der Kamer van Koophandel. III. Handel en Scheepvaart. a. Binnenlandsche handel. Hoofdstuk II letter a van het verslag van de Kamer van Koophandel bevat een overzicht van de verschillende markten te dezer stede, van de hoeveelheid van de aldaar aangevoerde voortbreng selen en van de daarvoor bestede prijzen. b. Buitenlandsche handel.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 161