a ,/i n onderhoud ij VERSLAG aan Zijne E.reellentie den Minis ter ran Binnenlandsehe Zaken over den staat der Koninklijke Muziekschool in 1889. Ter uitvoering der bepaling van art. 9 van het Regle ment hebben wij de eer Uwer Excellentie het volgende te berichten. A. Toestand van het Gebouw. In den toestand van het in goeden staat van verkeerende gebouw, kwam geene verandering. Tot wering der hinderlijke zonnehitte op een der leer kamers werden twee paar zonnenblinden aangebracht, waar door tevens eene kleine verandering der lichtramen noodig wasvoorts werden de lichtramen der orgelzaal van tocht latten voorzien. Tot aanvulling van het meubilair werd een twaalftal rieten stoelen aangeschaft. Bijlage J van B. Onderwijzend en Dienstpersoneel. De tijdelijke leeraren H. C. Pontier voor onderwijs in het pianospel en H. I). Van Ling voor onderwijs in de theorie der muziek, door Uwe Excellentie in het laatst van 1888, op onze voordracht, tot vaste onderwijzers aan de school benoemd, zijn met 1 Januari 1889 als zoodanig opgetreden. Den eerstgenoemde was het niet gegeven die betrekking lang te vervullen. Reeds in Juni daaraanvolgende bezweek hij aan eene slepende ziekte De leeraar van Ling, ten einde stoornis in het onderricht te voorkomen, tijdelijk met de waarneming der lessen van den overledene belast, werd later op onze voordracht, nadat ons van zijne bekwaamheid om onderwijs ook in dat vak te geven, was gebleken, door uwe Excellentie, te rekenen van 1 September 1889, voor goed in diens plaats benoemd en zijne jaarwedde te rekenen van dat tijdstip verhoogd met het bedrag door den overledene genoten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 202