J
in
vlijt
zich
■i!
4
5
Ook voor het onderwijs in het Violoncelspel bleek dit jaar,
buitengewone belangstelling te bestaantegen 10 leerlingen
in 1887 en 8 in 1888 bevat deze klasse in 1889 15 leer
lingen, welke alle voldoenden aanleg en talent bezitten, om
de uitbreiding dezer klasse door eene vermeerdering van
lesuren, die ook hier noodzakelijk werd, te wettigen.
In tegenstelling van de verhoogde belangstelling, welke
het onderwijs in de voornoemde vakken ondervond, moeten
wij tot ons leedwezen wijzen op de vermindering van het
aantal leerlingen der koorgezangklasse.
Terwijl deze voor de algemeene muziekale vorming van
jongelieden zoo nuttige klasse zich in 1887 nog verheugde
in een aantal van 180 leerlingen, bevatte zij in 1888 er
slechts 168, en slonk dit aantal in het begin van 1889 tot
157 om in het laatste kwartaal van dat jaar tot 142 te
dalen.
Eene voorname oorzaak van dit treurige feit moet worden
gezocht in de omstandigheid dat het bezoek der koorklassen.
voor leerlingen van inrichtingen van lager- en zelfs van
middelbaar onderwijs, te bezwarend wordt, niettegenstaande
zorg wordt gedragen dat de lesuren der koorklassen worden
gehouden op tijden dat de andere scholen gesloten zijn,
b. v. des Woensdags en Zaterdags namiddags of tusschen
12 en 2 uren. Desniettemin wordt, wanneer de gewone
school in een ver afgelegen stadswijk ligt, te veel tijd ver
loren met heen en weder loopen, zoodat op den duur de
lessen der koorklasse er aan moeten worden gegeven.
Over gedrag en vlijt van de leerlingen viel in het alge
meen te roemen
Behalve uit de koorklasse zijn vijf leerlingen uit ver
schillende klassen weggebleven of hebben bedankt, terwijl
drie leerlingen, met name van Hoon en de Gebroeders van
Tricht, vóórdat hun leertijd was geëindigd en zonder nog
de noodige bekwaamheid te bezitten, buiten machtiging der
Commissie, de school verlieten om zich aan een orkest te
verbinden.
Van Maandag den 9en tot Vrijdag den 20en December
1889 werden, behalve des Zondags, van de gezamenlijke
leerlingen de voorgeschreven overgangs-examens afgenomen,
terwijl op den 21 en daaraanvolgende het eind-examen plaats
had van hen die de school met een eindgetuigschrift zouden
verlaten. Een en ander geschiedde in onze tegenwoordigheid