15
toe de middelen ontbraken voor het
en voor zoover het eindexamen betreft in tegenwoordigheid
van den heer W. Kes, Orkest-Directeur te Amsterdamde
eenige van de zes deskundigendie onze uitnoodiging
aannam.
Daarna werden eervol met eindgetuigschrift ontslagen de
leerlingen: de dames M. G. C. Snijders geboren te Botterdam,
W. S. Reedijk geboren te Batavia, en B. J. Humme geboren
te Toelan (Java) alle drie voor Solozang als hoofdvakde
dames J. C. Rollin Couquekque geboren te Arnhem, J. M.
d'AnxAUD Gerkens geboren te Menado en J. M. C. Ahsmann
geboren te Delft, alle drie voor piano als hoofdvakMejuf
frouw C. C. Hoogenboom geboren te Gouda, en de Heeren
H. J. W. Stelijs en P. W. Bkoek beide geboren te 's-Graven-
hage, alle drie voor viool als hoofdvak, en de heer L. P.
L. Versteeg geboren te s-Gratenhage voor klarinet als
hoofdvak.
De gebruikelijke voordrachten door de verstgevorderde
leerlingen der hoogste klassen en door de koorgezang Sol
feggio- en orkestklassen konden in plaats van nog in 1889,
eerst op den 3 Januari 1899 worden gehouden, in tegen
woordigheid der Commissie van Toezicht en van genoodigden.
Dank zij de welwillendheid der betrokken besturen, werd
aan de leerlingen der Muziekschool, daartoe door den Direc
teur waardig gekeurd, toegang verleend tot de repetitiën
en uitvoeringen van de maatschappij tot bevordering der
Toonkunst en tot de repetitiën van de Diligentia-concerten.
D. Staat van het Onderwijs.
Op het gehalte van het onderwijs en den ijver en de
toewijding der leeraren kan ook in het afgeloopen jaar met
voldoening worden gewezen, en de verkregen resultaten waren
zeer voldoende; van enkele leerlingen die de school verlieten
worden goede verwachtingen voor de toekomst gekoesterd.
De toenemende belangstelling in de Solozangklasse maakte
eene vermeerdering der lesuren voor dit vak van onderwijs
noodzakelijk, die dan ook voor 1889 op een en twintig
uren ’s weeks werden vastgesteld.
Ook de uitbreiding der Violoncelklasse eischte eene ver
meerdering der lesuren, die van acht op twaalf uren ’s weeks
werden gebracht.
Ofschoon tot nog