24 en in de bouwkunde tot derwijs op kunstnijverheidgebied opleiding van architecten. Daartoe is met 1 October 1889 een dagcursus geopend, dien wij bij zijn in leven treden met de beste wenschen begroeten. De vermindering van schoolgeld deed den stroom van leerlingen in den afgeloopen cursus stijgen tot het nog niet gekend cijfer van 577. „Van dit aantal" bericht het jaarverslag der Academie, „bezochten 384 betalende leerlingen, 35 die voor rekening van leden kwamen en 12 gratis-leerlingen den winteravond- cursus. De schildersklasse bestond uit 25 vrouwelijke en 13 mannelijke leerlingen; de cursus voor middelbaar onderwijs uit 44 vrouwelijke en 26 mannelijke leerlingen en die voor vrouwelijke leerlingen uit 38 jonge dames. Aan den ochtendzomer-cursus namen 51 mannelijke leer lingen deel; voor het middelbaar onderwijs was die uit 37 vrouwelijke en 31 mannelijke leerlingen samengesteldde schildercursus bestond uit 20 vrouwelijke en 12 mannelijke leerlingende cursus voor vrouwelijke leerlingen werd door een dertigtal gevolgd. In de afdeeling A, le en 2e klasse (elementair onderwijs), oefenden zich 200 eerstbeginnenden naar draad- en meet kunstige figuren. Aan de 3e en 4e klasse (het teekenen van eenvoudige en meer samengestelde ornamenten naar graphi- sche voorbeelden en kleinere fragmenten van lichaamsdeelen) namen 59 leerlingen deel. Naar het teekenen van fragment- pleister en het groot antiek beeld oefenden zich respectie velijk 22 en 23 leerlingen. Aan het stilleven in den cursus middelbaar onderwijs werd door 69 leerlingen deelgenomen. De klasse van het naakt model bevatte 14 leerlingen. In de afdeeling B (theoretische vakken) vonden de navolgende vakken het aantal daarbij vernielde beoefenaars. Anatomie 57 leerlingen; kostuumkunde 18 leerlingenperspectief M. O. 25 leerlingen; perspectief, afdeeling A, 13 leerlingenrecht lijnig teekenen 19 leerlingen; meetkunde 54 leerlingen; landmeetkunde 19 leerlingen; werktuigkunde 17 leerlingen; stereometrie 23 leerlingencijferkunst en vormleer 32 leer lingen; beschrijvende meetkunde 52 leerlingen. De afdeeling C (ornament) bestond uit 46 leerlingen. Aan het boetseeren (afdeeling D) namen 50 mannelijke en 11 vrouwelijke leerlingen deel,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 456