24
12
22
3d
4
1888.
In de 1 ste klasse der afdeeling E (Bouwkunde) werd door
172 leerlingen deel genomen; in de 2de en 3de door 23 leer
lingen in de 4de en 5de door 24 jongelingen. Twaalf leer
lingen oefenden zich in het ontwerpen van gebouwen.”
Met ingang van 1 October 1889 werd aan de heeren C.
J. Laarman. H. J. Loodsen en N. Molenaar, als leeraars, en
aan mejuffrouw M. de Chauvigny de Blot, als leerares, eervol
ontslag verleend, terwijl met dienzelfden datum optraden de
heer J. W. Berden alhier als leeraar in de bouwkunde, en
de heer A. D. T. W. Lichtenbelt, leeraar aan de Academie
van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen en
de Ambachtschool te Rotterdam, als leeraar in het machine-
en werktuigkundig teekenen.
Nog verdient vermelding, dat van de zich meer en meer
uitbreidende boekerij der Academie, thans een catalogus is
samengesteld, en de leeraar, de heer Faber, met het beheer
dier boekerij is belast.
timmerlieden
meubelmakers
huisschilders
smeden en machine-bankwerkers
beeldhouwers en boetseerders
Totaal .121
Bij het toelatingsexamen in April en
pectievelijk 16 en 22 adspiranten voor
mineerd, van welke 10 en 9 slaagden.
Voorts werden nog tot de laagste klasse in April 20 en
in October 18 jongelingen toegelaten op vertoon van een
II. De Ambachtschool.
Directeur: de heer H. L. Boersma.
In December 1889 werd de school bezocht door 121 leer
lingen. tegen 126 in 1888.
Volgens de indeeling bij het theoretisch onderwijs zijn de
leerlingen aldus verdeeld
le klasse 59 tegen 58 in
2e 40 49
3e 22 1£
Totaal 121 126
Naar het door hen gekozen beroep zijn er onder hen
53 tegen 55 in 1888.
11
22
31
7
126
October werden res-
de 1ste klasse geëxa-
fl
fl
fl
fl
fl