24
een gunstig onthaal vinden, en leiden tot verandering van
bedoelde Verordening door den Gemeenteraad.
Nog geene beslissing viel omtrent de door een lid van
den Gemeenteraad aanbevolen regeling van de bezoldigingen
der leeraren bij het middelbaar onderwijs in dien zin, dat
verhooging dier bezoldigingen geleidelijk naar vasten maatstaf
zoude geschieden.
Daartoe aangezocht, diende de Commissie daaromtrent
reeds in 1888 een uitgewerkt en gemotiveerd plan aan
Burgemeester en Wethouders in, en nog steeds is zij van
oordeel dat het tot stand komen eener dergelijke regeling
uitermate gewenscht is als middel eenerzijds om goede leer
krachten aan het Middelbaar Onderwijs alhier te verbinden
en verbonden te houden, anderzijds om enkele thans be
staande onregelmatigheden weg te nemen.
De Commissie had het voorrecht hare vergaderingen na
genoeg geregeld te zien bijgewoond door den Wethouder
van onderwijs Dr. Mouton.
Ten slotte volgt hierachter de Staat der middelbare scholen
over 1889.
’s-Gkavenhage, 14 Februari 1890.
De Commissie van Toezicht voor het
Middelbaar Onderwijs,
P. R. FEITH, Voorzitter.
G. A. P. BAX, Secretaris.