27. krachtig is bij- telkens toeven, huijzen lement waren en moest die bijeenkomst worden belegd. De heer Beijnen, die genoemde vergadering leidde, getuigde van den heer Mul der, dat deze, geen man van ophef of beweging, zijn ambt steeds met ernst en ware degelijkheid vervuld en zich altijd uitmuntend van zijne taak gekweten heeft. Daar nu de heer A. P. Godon, die als Gemeenteraadslid zitting in den Raad van Bestuur had, zijn ontslag uit eerstgenoemde be trekking had genomen, vestigde de Vergadering eenstemmig hare keuze op dezen heer als bestuurslid. De Gemeenteraad vaardigde zijn medelid den heer F. H. van Malsen als ver tegenwoordiger in den Raad van Bestuur af, waarin deze heer sedert October zitting genomen heeft. Doch nauwelijks was de winteravondcursus aangevangen, of de hooggeachte Voorzitter, Dr. L. R. Beijnen, die sedert 14 jaren met zulk eene toewijding en waardigheid aan het hoofd van het be stuur had gestaan, zag zich om gezondheidsredenen verplicht, zijne betrekking neder te leggen. Daar echter de Raad van bestuur zich de Haagsche Teeken-Academie, tot wier bloei en verheffing, populariteit en uitbreiding door den heer Beijnen met zijne buitengewone gaven zoo Commissie van Beheer over het aanstaand Museum van Kunstnijverheid gewag gemaakt. Sedert is die Commissie ijverig aan het werk getogen, heeft, onder goedkeuring van het Gemeentebestuur en in het belang van het onderwijs en van het publiek, een paar lokalen in het Academiege bouw in gebruik genomen en daarin reeds eenige zeer be- zienswaardige voorwerpen en modellen uitgestald. De opening van genoemd museum mag dan ook zeer spoedig tegemoet worden gezien. De belangstelling der stadgenooten in de Academie neemt niet bijzonder toe5 leden bedankten en 6 werden ons door den dood ontnomen, terwijl geene nieuwe leden toetraden, zoodat het aantal leden nu uit 174 bestaat. Op 2 September jl. werden de leden ter algemeene ver gadering geroepen, om een plaatsvervanger te kiezen voor den heer Lodewijk Mulder, die zich verplicht achtte als be stuurslid af te treden, daar zijn gezondheidstoestand hem des winters noodzaakte, in zachter klimaat te ver dok voor de heeren A. Artz, J. v. d. Sande Bak en C. H. Peters, die volgens art. 9 van het Reg- moesten aftreden, doch onmiddellijk herkiesbaar dan ook met algemeene stemmen herkozen werden,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 489