27. gedragen, niet kon voorstellen zonder diens hooggeschatte persoonlijkheid, werd genoemde heer eenparig tot eere- voorzitter benoemd. In de plaats van den heer Beijnen werd de heer A. P. Godon tot voorzitter en de heer C. Bisschop in de plaats van den heer Mulder tot onder-voorzitter gekozen. Tevens stemde de heer Godon er in toe, het penningmeesterschap te blijven waarnemen. Ook in het leeraarspersoneel hadden verschillende veran deringen plaats. Aan de heeren C. J. Laarman, H. J. Looisen, N. Molenaar en aan de leeraresse Mej. M. de Chauvigny de Blot werd, met ingang van 1 October 1889, eervol ont slag verleend. Op denzelfden datum werd de heer J. W. H. Berden, bouwkundige alhier, tot leeraar in de Bouwkunde en de heer A. D. T. W. Lichtenbelt, leeraar aan de Aca demie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen en de Ambachtschool te Rotterdam, tot leeraar in het machine- en werktuigkundig teekenen benoemd. Deze laatste cursus voorziet in eene wezenlijke behoefte. Geen bankwer ker, draaier, modelmaker, smid of ketelmaker kan het werk tuigkundig teekenen ontberen; de werkman moet de teeke- ning begrijpen, wil hij er naar kunnen arbeiden, ten einde het voorwerp nauwkeurig naar de teekening te vervaardigen. De leeraar A. v. d. Berg werd belast met de lessen, welke Mej. M. de Chauvigny de Blot aan de Academie gaf, terwijl den leeraar F. Stel een lesuur in het rekenen werd opge dragen. De zich steeds meer en meer uitbreidende Bibliotheek vorderde nauwlettender toezicht en beheer. De Raad droeg aan den leeraar Faber en den secretaris Gram de samen stelling van een catalogus op, waarvan de Raad van Beheer de eer had, een exemplaar aan verschillende autoriteiten en aan ieder Academielid aan te bieden, en belastte voorts eerstgenoemden heer met het beheer over de belangrijke boekerij. De vermindering van het schoolgeld oefende natuurlijker wijze haren invloed uit op het aantal leerlingen. Nog geen enkel jaar was dit getal gestegen tot het aanzienlijk cijfer van 577, hetwelk in den afgeloopen cursus bereikt is. Van dit aantal bezochten 384 betalende leerlingen, 35 die voor rekening van leden kwamen en 12 gratis-leerlingen den winteravond-cursus. De schildersklasse bestond uit 25 vrou- J

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 490