28
aantal der door dit Bestuur in 1889 ondersteunde gezinnen
grooter geweest dan in de vorige jaren en hebben dien
tengevolge de kosten deswege meer bedragen, zooals uit de
hierna volgende opgaven zal blijken, maar daarbij moet vooral
de in de laatste jaren zoo aanzienlijk toegenomen bevol
king worden in aanmerking genomen.
Behalve dat zoo hier als te Scheveningen het winter
seizoen veler werkzaamheden doet stilstaan of vermindering
van verdiensten teweegbrengt, klom het aantal bedeelden,
behalve door andere omstandigheden, ook door dezulken,
die wegens gevorderden leeftijd of lichaamsgebreken niet
meer als tot dusver in staat waren, om door eenigen arbeid
in hun onderhoud te voorzien.
Tot de vermelding van eeuige bijzonderheden overgaande,
vestigt het Burgerlijk Armbestuur de aandacht op het
volgende
Bij de eerste uitdeeling in Januari 1889 wees de lijst
der bedeelden te ’s-Gravenhage een cijfer aan van 363
gezinnen, uitmakende 901 personen, te zamen bedeeld met
f 275.80 in geld en 335 brooden, en te Scheveningen, met
inbegrip van 86 gezinnen 381 personen, vroeger uitslui
tend met warme spijs, brood en eenige brandstoffen onder
steund, 204 gezinnen uitmakende 571 personen, thans te
zamen bedeeld met ƒ118.70 in geld en 385 brooden
Die lijst bedroeg alzoo in Januari in alles te zamen 567
bedeelde gezinnen, uitmakende 1472 personen, met een ge
zamenlijk wekelijksch bedrag in geld van ƒ394.50 en 720
brooden, hetgeen bij omslag voor den onderstand van ieder
gezin omstreeks 80 cent aanwijst, en alzoo ongeveer gelijk
staat met dat op hetzelfde tijdstip des vorigen jaars.
Tevens hadden als gewoonlijk in het winterseizoen ver
strekkingen plaats van hemden, dekens, stroozakken en stroo
en uitsluitend voor Scheveningen ook mansbroeken, vrouwen
rokken, kousen en klompen, welke laatste voorwerpen in een
van jaar tot jaar verminderd aantal worden uitgedeeld. Ook
werden aan elk gezin in den wintertijd eenige brandstoffen
verstrekt.
Bovendien heeft het Burgerlijk Armbestuur zich wegens
de buitengewone omstandigheden, waarin een aantal behoef-
tigen te Scheveningen verkeerden, tengevolge van stremming
in de middelen van bestaan op de visscherij betrekking
hebbende, zich evenals in den laatstvorigen winter verplicht