39
Bijlage
1. Algemeens beschouwingen.
VERSLAG nopens den staat van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart in de Gemeente 's-Graven-
hage over 1889, uitgebracht door de Kamer van
Koophandel.
Het is aan de Kamer aangenaam haar overzicht van den
toestand van Handel en Nijverheid over het jaar 1889 te
kunnen aanvangen met de mededeeling dat er in het alge
meen eenige vooruitgang op het gebied dier beide takken
van volksbestaan viel waar te nemen.
Wel is de bloei waarin men zich vroeger mocht verheugen
noch niet teruggekeerd, doch er deden zich teekenen voor,
welke een beteren toestand voorspellen.
De uitkomsten door de visscherij verkregen waren min
der gunstig. De reden dat te Scheveningen kwijning wordt
waargenomen, ligt voor de hand. Nog altijd ziet men daar
uit naar den aanleg van een haven. De aandacht der Kamer
was in hooge mate aan deze zaak gewijd; zij hield meer
malen belangrijke besprekingen met de concessie-aanvragers
voor den havenaanleg, de heeren Steers en Clifford.
De Kamer is overtuigd, dat noch de gunstige ligging aan
zee, noch uitmuntend aangelegde havenwerken voldoende
zijn om handelsgeest op te wekken of een handelstad te
vormen. Hetgeen men in ons land met betrekking tot andere
havens heeft gezien kan de juistheid dier opvatting staven.
De uitstekend goed gelegen haven, het Nieuwediep, welke
van 1783—1789 werd aangelegd, was tot heden toe niet
in staat handel van eenige beteekenis daar ter plaatse in