39 h het leven te roepen. Een tweede bewijs vindt men in de haven niet hare voortreffelijke inrichtingen voor de scheep vaart, welke sedert 1873 te Vlissingen bestaat. De aanleg van deze werken welke ruim 9 millioen kosten en die met het spoorwegnet in onmiddellijke verbinding werden gebracht, heeft ook daar geen handel van noemenswaardigen omvang doen ontstaan. Die ondervinding op andere plaatsen verkregen, moet tot de slotsom leiden, dat voor Scheveningen, een haven op groote schaal met belangrijke havenwerken, slechts teleur stelling zou opleveren. Indien ondanks dit alles de aanleg eener haven voor Scheveningen een levenskwestie blijft, dan ligt de oorzaak daarvan voor de hand Het is toch algemeen bekend, dat drie vierden der Scheveningsche vloot tijdens de haringvisscherij genoodzaakt is naar Vlaardingen te zeilen en dat als gevolg van dien toestand de haringhandel te Scheveningen wat de prijzen betreft, geheel beheerscht wordt door dien te Vlaardingen. Terwijl aldaar haring in overvloed wordt aangevoerd gaan te Scheveningen soms dagen voorbij dat geen enkel vaartuig het strand nadert. Van daar dat tal van ondernemingen, zooals scheepmakerijen, kuiperijen, mandenmakerijen, zeilmakerijen enz. welke vroeger aan hon derden gezinnen brood verschaften, ieder jaar achteruitgaan. Meer dan een dertigtal visschersvaartuigen, die ieder f 4000. jaarlijks aanbrachten zijn uit de vaart verdwenen. ’s-Graven- hage is de eenige stad op de lange kust tusschen den Helder en den Hoek van Holland, welke zich tot aan zee uitstrekt. Van daar de eischen dat zoodra men te Scheveningen een haven wil maken, deze door middel van een fort moet worden verdedigd. De kosten van een fort met bewapening, worden door het departement van Oorlog op f2.200.000 geschat, terwijl de havencommissie van oordeel was dat men met ƒ1.800.000 kon volstaan. Wordt aan den eenen kant beweerd, dat een eventueele haven te Scheveningen als toevluchtsoord en ligplaats voor torpedobooten, groot gemak zou opleveren en voor ’s lands defensie van belang zou zijn, aan de andere zijde kan juist de haven gevaar opleveren voor de veilig heid der residentie. Aan deskundigen blijve de beslissing overgelaten op hoedanige wijze zulk een fort zou moeten worden gebouwd. Nadat de Kamer zich tot den Gemeente raad had gewend, mocht zij met genoegen vernemen, dat door de concessieaanvragers op nieuw plannen waren in-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 560