39
4. Scheepvaart.
vloot gevangen
zeker sterk voor
deze gemeente.
b. Buitenlandsch.
Betreffende de alhier gevestigde reederijen der firma’s Huij-
gens en Hardenberg, C. Jut Co. en J. J. v. d. Berg zijn
ons geen bijzonderheden bekend geworden.
5. Nijverheid.
Het aantal stoomboten vermeerderde met één, die der
Zwolsche Stoomboot Maatschappij.
aBinnenin ndsch.
Door de steeds voortdurende vermindering der vloot en
het zoo lang mogelijk uitstellen van de vernieuwing der
bommen was er aan de scheepstimmerwerven geen overvloed
van werk.
Ook andere daarmede in verband staande bedrijven lijden
daaronder. Het binnenvallen der bomschuiten te Vlaardingen
bleef voortduren, waardoor het handelsverkeer daar ter
plaatse ten nadeele van Scheveningen toenam. Een groot
deel echter der te Vlaardingen aangebrachte pekelharing
werd te Scheveningen verkocht omdat daar betere prijzen
te bedingen waren. De aanvoer van door de Scheveningsche
visch uit een andere plaats spreekt zeer
den aanleg van een visschershaven in
Aan het einde van 1889 waren er in deze gemeente 126
vaartuigen van 10 of’ meer tonneninhoud, tegen 145 in 1888.
De beurtschepen, pak- en marktschuiten van- en op ’s-Graven-
hage varende, meten te zamen 2502 ton en de stoombooten
varende tusschen deze en andere gemeenten en visa-versa
hebben een gezamenlijken tonneninhoud van 1017 ton, (Zie
verder hieromtrent 7). Van de 126 vaartuigen bovenver
meld behooren er 17 te Scheveningen thuis. Van de overige
zijn 15 bewoonde liggers, 11 voor het fabriekswezen in ge
bruik, 9 liggen aan de koolmarkt, 25 aan de aardappelen-
markt, 27 aan de brandstoffenmarkt, 4 aan de fruitmarkt
en één dient voor berging van houtskool. De gezamenlijke
inhoud is 3783 ton.