1
's-Gravehhage, 14 April 1890.
Wethouder, Mr. F. A. P. Baron Witter!
Raadsleden,
J
den 28
van beheer
oudheidkundige voor-
te bieden haar verslag
Naar aanleiding van art. 10 der verordening van
Juli 1887, verzameling n°. 9, heeft de Commissie
over de verzameling van geschied- en
werpen, de eer uwer vergadering aan
over het jaar 1889.
De Commissie is samengesteld uit de heeren
van Hoogland,
Voorzitter.
G. H. A. N. Rietstap, Penningmeester.
I Jhr. C. A. van Sypestein.
Uit de bureerii 1 Mr’ W’ J’ Snouck Hurgronje
uit ae Burgerij Jhr Mr y E L de gt;uers>
Het gebouw bevindt zich in goeden staat.
Doordien de verzameling uniformen, wapenen, enz., den
1 Januari 1884 in bruikleen ontvangen van den heer A.
C. Baron Snouckaert van Schauburg, door den eigenaar is
teruggenomen om die te schenken aan 's Rijks Museum te
Amsterdam, is er een kamer vrijgekomen waardoor gelegen
heid zal bestaan eventueel te gcmoet te komen aan de be
hoefte aan plaats welke de verzameling van moderne kunst
mocht ondervinden.
Het gevaar dat de oude kunstverzameling dreigde, ten
gevolge van een besluit van den Raad van 5 Februari 1889,
strekkende om vier harer schoonste doeken naar het Stad
huis te verplaatsen, is gelukkig afgewendverschillende
vereenigingen en belangstellende ingezetenen wendden zich
namelijk tot de Gemeenteraad met adressen, waarin zij be
zwaren tegen dat Raadsbesluit ontvouwden.
Nadat door het College van Dagelijksch Bestuur het
gevoelen van Onze Commissie op meergemelde adressen was
Bijlage 40