40
1
De Commissie voornoemd,
WITTERT VAN HOOGLAND,
Voorzitter.
J. M. STOBBERINGH,
Secretaris.
De tentoonstelling te Parijs is op het Museumbezoek van
eenigen invloed geweest, voornamelijk was dit merkbaar in
de maanden Augustus en September toen het bezoek in
vergelijking met die zelfde maanden in het vorige jaar sterk
daalde. Neemt men het echter over het geheele jaar dan
mag het verschil al zeer luttel genoemd worden. In 1886
bedroeg het getal bezoekers 9521 in 1887, 11242, in 1888
14211 en in 1889 14205, waaruit de gevolgtrekking mag
geput worden, dat het bezoek bij voortduring toeneemt,
tenzij buitengewone omstandigheden intreden.
In de prentenstandaard werd tentoongesteld Scheveningen
met zijne omgeving.
Van de oude kunst werden kopiën genomen door den
heer A. W, den Beer Poortugael van de schilderij van
Ravesteijn N°. 178 door den heer W. de Tamars Testar
naar de in dat verslag vermelde aangekochte schilderij van
G Berck Heijde, ten behoeve eener illustratie voor den
roman van Van Lennep genaamd. Elisabeth Musch”; door
den heer W. de Zwart een figuur uit de schilderij van J.
de Baen, en door den heer P. P. Schiedges figuren uit die
van Jansen van Geulen en van Ravesteijn N°. 178.
Van de nieuwe kunst door den heer J. M. Hoogbruin,
van de schilderijen van Bakker Korft, Roelofs, van Borselen
en Stroebeldoor den heer J. den Engelse Wiemans, naar
Weissenbruch N°. 232, Maris N°. 148 en Bisschop en door
den heer M. C. Hazenberg van dat van Heemskerck van
Beest.
Door de firma van Stockum werd van de haar verleende
vergunning gebruik gemaakt tot het nemen van photo-
graphiën van schilderijen en voorwerpen voor een uit te geven
plaatwerk.
I