58 3°. ons te machtigen tot liet aanknoopen van onderhandelingcn tot aankoop van die gronden, welke, bij eventueele verlenging van het kanaal tot den Zuidbuitensingel, werden vereiseht; 4°. voor een en ander een crediet te verleenen van f 800.000, te vinden door geldleening, hetwelk, bijaldien het sub 3°. genoemde de goedkeuring van den Raad niet mocht kunnen verwerven, tot on geveer f 560.000 kon worden teruggebracht. Bovenbedoeld voorstel werd den loden Januari door den Raad in behandeling genomen en. na breedvoerige beschouwingen, op voorstel van den heer Sluiter besloten 1°. tot den aanleg van een kanaal om de stad, aanvangende bij den Trekvliet en aansluitende aan de stadsgrachten, zóó dat aansluiting aan de even tueel tot stand te brengen zeehaven mogelijk zij 2°. de kosten daarvoor, geraamd op f 1.500.000 te vinden door geldleening, aflosbaar in 60 jaren 3°. ons College te machtigen de noodige stappen te doen tot het verkrijgen eener onteigeningswet van die gronden, welke niet bij minnelijke schikking zouden kunnen worden verkregen. Als gevolg van dat besluit werd door den Raad den 2den April ons voorstel aangenomen om over te gaan tot den aankoop van gronden aan den Trekweg van de heeren W. Doon, R. Keu en W. C. de Lathoüd^r ter grootte ongeveer van 4 Hectaren, tegen f 5 per centiare. In verband met het den loden Januari door den Raad genomen besluit werden door ons onderhan- delingen gevoerd met de Maatschap „de Club” tot het aankoopen van gronden, gelegen aan den Zuid buitensingel, ten Zuidwesten van de Herderslaan, ter plaatse, waar, volgens het voorloopig project,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1889 | | pagina 64