96
Bij het verleenen van een eervol ontslag aan
den opperbrandmeester, den heer H. 0. F. Bödenz,
op 1 October, werd die betrekking tevens opge
heven. Met ingang van dienzelfden datum werd de
hoof!brandwacht A. van Witzenburg aangesteld tot
eersten brandmeester.
Een der brandwachts werd tot hoofdbrandwacht
bevorderd en werden de volgens de verordening nog
aan de sterkte ontbrekende brandwachts in dienst
genomen.
Ten behoeve van den dienst in de Rijksgebouwen
werd op 1 October nog een hoofdbrandwacht aange
steld, aan wien, onder direct toezicht van den
Commandant, meer speciaal de werkzaamheden in
die gebouwen werd opgedragen.
Het vaste personeel der brandweer bestond op
31 December uit:
1 Commandant,
1 Eersten brandmeester,
1 Telegrafist,
1 Hoofdbrandwacht,
2 Machinisten (één voor Scheveningen),
1 Kraandraaier,
6 Brandwachts 1ste klasse,
9 Brandwachts 2de klasse.
In September werden 4 paarden aangekocht.
Ten dienste van het vaste korps werd één
spuitwagen met handspuit ingericht voor bespan
ning en een klein model ladderwagen, door één
man te vervoeren, aangemaakt.
De slangenwagens, ingericbt voor bespanning,
reeds in ons vorige verslag genoemd, werden ge
heel uitgerust, zoodat men daarmede zelfstandig
kan optreden.
Tot die uitrusting behooren o. a. slangen, die,