95
Wegens overtreding van de verordening op de
prostitutie werden opgemaakt
ingevolge artikel 7, 11 processen-verbaal,
14, 5 idem,
12, 1 proces-verbaal.
In het den Raad aangeboden ontwerp der alge-
ineene politieverordening waren ook eenige artikelen
opgenomen betreffende bet toezicht op de prosti
tutie. In verband met die bepalingen was de Com
missie voor de strafverordeningen van oordeel, dat
de bestaande verordening regelende het politietoe
zicht op de prostitutie kon vervallen.
Bij de behandeling echter van deze verordening in
’s Raads zitting van 12 Augustus werden de voor
gestelde bepalingen, betreffende de prostitutie, door
de Commissie teruggenomen.
Den 21 sten October nam de Raad in behande
ling het voorstel van de heeren Gevaerts van
Simonshaven c. s. tot intrekking der verordening,
regelende het politietoezicht op de prostitutie en
tot vaststelling eener verordening tegen de open
bare huizen van ontucht, welk voorstel werd ver
worpen.
Een van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
ingekomen schrijven, ten geleide van het afschrift
van eene missive van den Minister van Binnen-
landsche Zaken, met verzoek om wijziging der
verordening, regelende het politietoezicht op de
prostitutie, overeenkomstig de beslissing genomen
bij Koninklijk besluit van 1889 (Staatsblad n°. 124),
werd den 12den December in handen gesteld van
de Commissie voor de Straf verordeningen ten fine van
praeadvies.
Het praeadvies der Commissie, waarbij den Raad
in overweging wordt gegeven aan de uitnoodiging