129 9 De in den Gemeenteraad meermalen uitgesproken wensch, om over te gaan tot het vaststellen eener regeling der bezoldiging van de leeraren bij het openbaar Middelbaar onderwijs alhier, kwam ook dit jaar weder ter sprake bij de beraadslagingen over de begroeting voor 1891, waarbij voor som mige leeraren der Hoogere burgerschool voor jongens, met ójarigen cursus eene verhooging van wedde werd voorgedragen. Tengevolge van eene bij die gelegenheid aange nomen motie werd door de Commissie van bijstand in het beheer van het Gemeenteonderwijs een ont werp tot regeling dier wedden aan ons ingezonden. Dit ontwerp werd, met de daarop ingekomen adviesen ter kennis van den Baad gebracht. Aan het einde van het jaar was omtrent deze zaak nog geen be slissing genomen. In de samenstelling der plaatselijke Commissie voor het Middelbaar onderwijs kwam geen veran dering. Het door die Commissie, ingevolge art. 52 der Wet op het Middelbaar onderwijs, opgemaakt verslag is als Bijlage 24 hierachter gedrukt. Van de scholen kan, met verwijzing overigens naar genoemd verslag, het volgende worden mede gedeeld. Openbare scholen, a. Hoog ere burgerschool voor jongens, met driejarigen cursus. In het onderwijzend personeel der school kwam geen verandering. IV. SCHOLEN VOLGENS DE WET TOT REGELING VAN HET MIDDELBAAR ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 135