142
lingen samengesteld. De zomercursus voor vrouwe
lijke leerlingen bestond uit 23.
De cursus in kunstnijverheidsvakken werd door
11 mannelijke en 2 vrouwelijke leerlingen gevolgd,
terwijl 2 vrouwelijke leerlingen en 1 mannelijke
leerling zich des daags aan het boetseeren wijdden.
In de Afdeeling A, 1ste en 2de klasse (elementair
onderwijs), oefenden zich 182 eerstbeginnende!! naar
draad- en meetkunstige figuren. Aan de 3de en 4de
klasse (het teekenen van eenvoudige en meer samen
gestelde ornamenten naar graphische voorbeelden
en kleinere fragmenten van lichaamsdeelen) namen
39 leerlingen deeL Naar het teekenen van frag-
mentpleister en het groot antiek beeld oefenden zich
51 leerlingen. Aan het stilleven in den cursus
Middelbaar onderwijs werd door 57 leerlingen deel
genomen. De klasse van het naakt model bevatte
14 leerlingen. In de Afdeeling B (theoretische vak
ken) vonden de volgende vakken het aantal daarbij
vermelde beoefenaarsanatomie 68, kostuumkunde
5, perspectief M. 0. 25, meetkunde 44, landmeet
kunde 14, werktuigkunde 13, stereometrie 24, cijfer
kunst en vormleer 43 leerlingen.
De Afdeeling C (ornament) bestond uit 42 leer
lingen. Aan het boetseeren (Afd. D) namen 45 man
nelijke en 20 vrouwelijke leerlingen deel.
De 1ste klasse der afdeeling E (Bouwkunde) be
stond uit 67 leerlingende 2de, 3de, 4de, 5de, 6de,
7de en 8ste klasse respectievelijk uit 60, 17. 3, 12,
11, 6 en 7 leerlingen. Aan den cursus in het werk
tuigkundig teekenen namen 17 leerlingen deel.
Het leeraarspersoneel werd uitgebreid door de
benoeming van den heer W. B. Horssen voor de
afd. B en van den lieer F. W. G. Becker voor de
afd. A.