143
3°. De Schouwburg.
De exploitatie van den Hollandschen Schouwburg
bleef aan de Koninklijke vereeniging -^Het Neder-
landsch Tooneel”, en die van den Franschen Schouw
burg aan den heer L. Desuiten opgedragen. De Directie
van het Hollandsch tooneel ging met het begin van
het speelseizoen 1890/91, omstreeks half September,
het laatste jaar in van de haar verleende driejarige
concessie.
liet jaar
Het ledental vermeerderde met 3.
Den staat van ontvangsten en uitgaven treft
men aan achter het door den Raad van Bestuur
uitgebracht verslag.
Als bijlage is aan dat verslag tevens toegevoegd
een verslag van de Commissie van beheer over het
Haagsch Museum van Kunstnijverheid, waarin eenige
aanteekeningen voorkomen omtrent het in het leven
roepen en de verdere samenstelling der Commissie,
omtrent de voorbereidende maatregelen tot oprich
ting van het Museum en omtrent de redenen, welke
der opening van dat Museum tot nu toe in den weg
stonden.
1890 kenmerkte zich intusschen niet
door veel voorspoed, daar in den aanvang „de in
fluenza", door welke ziekte ook onze Gemeente
werd bezocht, en in de laatste maanden de Hof
rouw wegens het overlijden van Z. M. Koning
Willem lil en de buitengewoon strenge winter niet
zonder invloed bleven op het bezoek van den
Schouwburg.
Even als in vorige jaren lieten beide Direction
van tijd tot tijd vreemde tooneelgezelschappen of
artisten van den eersten rang optre len. Onder de