144 laatsten kunnen worden vermeld de zangeressen Minnie Hauk, Sigkid Arnoldson en Louise Heymann en de heer Due, tenor van de Groote Opera te Parijs. Als nieuwe opera werd opgevoerd „La jolie iille de Perth” muziek van G. Bizet. De werkzaamheden van den schilder-decorateur bepaalden zich tot het herstellen van bestaande décors. Het tooneelgordijn werd door den heer J. Stor tenbeker in overleg met ons gewijzigd. Door onvoldoende voorbereiding, o. a. het ge volg van het overlijden van den Architect-Directeur Reinders, en het eerst eenige maanden later op treden van zijn opvolger, kon het electrisch licht op het tooneel, waartoe door Uwe Vergadering be sloten was bij de behandeling van de Gemeentebe- grooting voor 1890 niet worden aangebracht. Aangaande den Administrateur en het verdere personeel kan worden medegedeeld, dat hun dienst verrichtingen ’geen aanleiding tot bemerkingen gaven. Voor den toestand der gebouwen wordt verwezen naar Hoofdstuk V, lift. A. In het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen werden weder verschillende tooneelvoorstellingen en concerten gegeven, waarvan in de eerste plaats ge noemd mogen worden de voorstellingen van het Duitsche Operagezelschap uit Rotterdam, de Fransche opera alhier en de Hollandsche Comedie uit Am sterdam, zoomede de Diligentia en Caecilia-concerten en de concerten van de Maatschappij tot bevorde ring van Toonkunst. Het verslag van de Commissie van beheer over de verzameling van geschied- en oudheidkundige voorwerpen hierachter opgenomen onder bijlage 40 be-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 150