16
i
OPBRENGST IN M3.
Opgepomptei Gefiltreerd water. I
JAAR.
pomp-
Toeneming.
ongefil-
slagen.
41.480.000
Te zamen sedert
1 Januari 1875.
721.720 j
1.219.947
1875
1876
1877
1878
1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
Steenkolen-
verbrnik
per
1000 M’
geleverd
water.
KG.
368
338
331
315
333
288
283
273
290
267
293
251
247
273
298
276
463.000 I
781.000 I
985.000
1.234.000
1.412.000
1.736.000 I
1.902.000 j
2.287.000
2.606.000
2.738.000
2.534.000
2.967.000 I
3.402.000
3.816.000
4.459.000
520.000
878.000
1.508.432 1.086.000
1.388.000
1.589.000
1.953.000
2.140.000
2.572.000
2.952.000
3.095.000
2.851.000
3.338.000
3.827.000
3.980.000 3.538.000
4.294.000
5.017.000
463.000
318.000
204.000
249.000
178.000 i
324.000
166.000
385.000
319.000
132.000
204.000
433.000
435.000
130.000
278.000
643.000
1.928.196
2.206.228
2.712.478
2.972.504
3.572.790
4.072.230
4.278.780
3.960.000
4.636.310
5.315.680
5.528.320
5.963.600
6.968.000
Ofschoon de werking der stoompompwerktnigen steeds zeer voldoende
moet genoemd worden, blijkt hoe langer hoe meer de W’enschelijkheid
van eene lagere plaatsing der laagdrukpompen.
d. de Stoompompwerktuigen.
De werking der Stoompompwerktnigen kan nagegaan worden in
den navolgenden staat
b. Bezinkingsreserroirs en Filters.
Aan deze inrichtingen werden geen andere kosten besteed dan die
voor het gewoon schoonhouden der filterbeddingen. Het maximum-
verbruik had plaats op Zaterdag den 26sten Juli en bedroeg 16179 IIs,
hetgeen met een filtervlak van 6400 M2 overeenkomt met 2.5 M3 per M’.
c. Gebouwen en de Hoogreservoirbak.
Voor deze onderdeelen werden geen andere dan de gewone onder
houdskosten besteed. De bliksemafleiders van het Hoogreservoir wer
den weder getroffen, terwijl de afleiding van den electrischen stroom
op behoorlijke wijze plaats had.
treertl water.j hoeveelheid.
Aantal
hoeveelheid
I Geleverde