16 staan. Alleen is de wenschelijkheid gebleken van eene grootere diepte op alle plaatsen waar de hoofdleidingen door de diverse toestellen in warmte geleidende verbinding zijn gebracht rner de buitenlucht. Het bevriezen van de gewone hoofdbuizen had in het geheel niet plaats. Alleen was een langen toevoerbuis naar een brandkraan in het Voorhout bevroren, wat eene scheuring tengevolge had bij het in treden van het dvoiweder. Als eene uitzondering kan worden gemeld dat in den Parkweg in het Schev. Park de leiding over eene lengte van ca 200 Meter was bevrorentengevolge van de onvoorzichtigheid van eeu particulier werkman, die de leiding gedurende eeuen geheelen nacht van strenge vorst had bloot laten liggen. Het ontdooien dat door middel van vuur plaats had, had geen de minste beschadiging tengevolge. Evenmin werden brand-main- of stopkranen beschadigd door de vorst, hetgeen voornamelijk werd verkregen door de op het Pompstation ge troffen maatregelen. Van de toevoerbuizen rot de 27462 perceelen, die in het genot zijn van Duinwater, geraakten 1769 bevroren, hetgeen in de meeste ge vallen moest toegeschreven worden aan de weinige zorg die aange wend werd om het bevriezen te voorkomen. Doch ook in vele gevallen had het ongerief plaats tengevolge van de omstandigheid dat dienst huizen over de riolen liggende te weinig diepte hadden onder de be gane straat. De noodige maatregelen zullen beraamd worden om het euvel in de toekomst zooveel mogelijk te voorkomen, waarbij echter moet opge'merkt worden dat in dat opzicht in vele gevallen geen vol doende maatregelen te beramen zijn zonder eene zorgvuldige behan deling der leidingen door de verbruikers zelve.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 229