19
1123
1327
1370
1492
1616
1746
1680
1858
1755
1919
1979
2202
een deel der bedden in-
In het begin van het jaar werd
genomen door Influenza-lijders.
Veel meer mannen dan vrouwen. Gelijke verhouding nam
men waar bij hen, die in het Ziekenhuis werkzaam, door
„de Ziekte” werden aangetast. De oppassers leverden grooter
aantal dan de oppasseressen en in dezelfde rede de overige
dienstdoenden.
Te gelijker tijd moest ook voor gewone zieken een houten
Barak, voor de verpleging van besmettelijke zieken bestemd
en meermalen gebruikt, worden ingericht en benut. Noodig
was dit tot het laatst van de maand Maart.
In December moest dit andermaal gebeuren.
Deze droeve maar ijzeren dwang moest worden gehoor
zaamd, omdat de gewone ruimte in het Ziekenhuis te klein
was. En men wane niet, dat deze onevenredigheid haar ont
staan vindt in eene tijdelijke ©vervulling door Influenza-lijders
of in andere voorbijgaande oorzaken. In vorige verslagen
wees ik er reeds opdatzelfs bij woekering met de be
schikbare ruimte, deze te gering blijkt.
En in het jaarverslag van 1889 wees ik op het terrein,
dat nabij het Ziekenhuis gelegen, het eigendom der stad is
geworden.
De op dat terrein aanwezige huizen zijn afgebroken.
De nu ledige ruimte moet zoo spoedig mogelijk worden
ingericht voor verblijvenwaarin zieken behoorlijk kunnen
woorden verpleegd, verband houdende met de verpleging in
het bestaande Ziekenhuis.
Tot bevestiging dezer meening en uitspraak acht ik meest
afdoende hier op te nemen het getal lijders jaarlijks sedert
1879 in het Ziekenhuis verpleegd.
In 1879
1880
1881
1882
1883
1884
1885
1886
1887
1888
1889
1890
n
Jf
n
7!
7)