1 's-Gravenhage, 23 Februari 1891. I Bijlage 20 Ter voldoening aan art. 23 der Verordening regelende de Gemeenteapotheek (Verz. 1885 No. 2) hebben Inspec- tores de eer UEdel Achtbaren het navolgende verslag uit te brengen. In het College van Inspectores kwam geene verandering, evenmin in het personeel van de Apotheek. De gebouwen beantwoordden volkomen aan de eischen, de voorgevel werd gedurende het jaar zoowel in de Apotheek, als in het Laboratorium en het Magazijn van binnenjaloeziën voorzien, waardoor aan eene gevoelde behoefte werd voldaan en zoowel het werken in de Apotheek en het Laboratorium als het bewaren der geneesmiddelen voor den lastigen in vloed van de felle zonnestralen werden gevrijwaard. In het Laboratorium werd een tweede distilleertoestel aangebracht van kleiner kaliber, die, na goedkeuring door den Inspecteur van het stoomwezen, werd in gebruik genomen en aanvan kelijk zeer goed voldoet. Door de vaststelling en invoering der nieuwe Pharmacopoea Neerlandica was het noodig de No- minilatuur van verschillende praeparaten te veranderen en moesten er dientengevolge verscheidene nieuwe flesschen en potten van de nieuwe etiquetten voorzien, worden aangeschaft. De handhaving der reglementen en verordeningen heeft tot geene moeielijkheden aanleiding gegeven, terwijl door de geneeskundigen van de vastgestelde lijst niet dan bij zeldzame uitzondering werd afgeweken. De driejaarlijksche herziening der lijst werd op het einde van het jaar in bewerking genomen. De dienst in de Apotheek kon geregeld worden voortgezet. Niettegenstaande in het begin van het jaar, in de maanden Januari en Februari er eene ongekende drukte aan de Apotheek was, tengevolge van het heerschen der influenza heeft de dienst geen oogen- blik behoeven gestaakt te worden en kon de gereedmaking en aflevering der geneesmiddelen zonder stoornis plaats hebben Dit is in de eerste plaats te danken aan de ijverige plichtsbetrachting van den Apotheker en het hem toegevoegd

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 260