aan
en
van
van de Vereeniging
den Gezondheidstoestand te 's-Gra-
VERSLAG over het jaar 1890
tot verbetering van
venhage.
Bijlage 21.
brieven van
gaven tot een
Bestuursleden ingesteld.
Als zoodanig vernielden wij
1°. een klacht van een aantal bewoners van een slop
den Noord-West-Buitensingel der stad wegens den stank
verderen overlast, dien zij lijden door de aanwezigheid
een lompenwinkel en bewaarplaats van zekeren Rademaker,
op genoemden singel woonachtig. De toenmalige Voorzitter,
de heer van dee Ve«t, stelde met den Secretaris een onder
zoek in loco in. Beider bevinding was, dat de klagers in
hun recht waren, en dat de Wet van 2 Juni 1875 (Stbl.
n°. 95) der Overheid de macht gaf aan dien toestand een
eind te maken. Onder verwijzing naar die wet werd een
schrijven aan Burgemeester en Wethouders gericht, maar
de uitslag beantwoordde niet aan ’s Bestuurs verwachting.
Als antwoord toch kwam een Inspecteur van Politie den
Voorzitter mededeelen, dat het Dagelijksch Bestuur niet met
de zienswijze, in den brief ontwikkeld, kon medegaan, om
dat dan iedere soortgelijke nering -- en deze zijn vele
Het jaarverslag van de verrichtingen onzer Vereeniging
kan zich ditmaal tot de navolgende punten bepalen.
De Bestuursvergaderingen werden regelmatig gehouden
en behoudens een enkel geval van ongesteldheid en één ge
val van uitstedigheid regelmatig door de leden van het Be
stuur bijgewoond. Daarentegen werden de vergaderingen der
werkende leden ditmaal tot twee bijeenkomsten ingekrompen,
omdat de werkzaamheden niet zoodanig waren, dat aan een
grooter getal behoefte bestond.
Tusschentijds werden echter door het Bestuur diverse
ingezetenen behandeld, die meestal aanleiding
rechtstreeks onderzoek, door een of meer