23
en Engelsch onderwezen
Bij de verordening op de invordering van
werd bepaald dat liet dienstjaar, waarover
wordt geheven, voor de burgerscholen loopt
tot 31 Juli.
De verhooging van het schoolgeld is slechts verschuldigd
voor de leerlingentoegelaten na de zomervacantie van
1890. Zij die vóór dat tijdstip zijn toegelaten, blijven, zoo
lang zij eene school van dezelfde soort bezoeken, het school
geld betalen, zooals dat bij de met 1 Februari 1891 te
vervallen verordening was voorgeschreven.
2. Onderwijzend Personeel.
Eene nieuwe verordening houdende voorschriften omtrent
regeling en bezoldiging van het onderwijzend personeel kwam
den 22sten Juli 1890 tot stand, welke die van dón 22sten
Juli 1885 (Verz. no. 13) en de Verordeningen houdende
aanvulling of wijziging dier Verordening van 21 December
1885, 20 September 1887 en 22 November 1887 verving en
1 September 1890 is in werking getreden.
In iedere school zijn
1°. een gewoon onderwijzer, plaatsvervanger van het
hoofd
2°. één tot drie gewone onderwijzers der eerste klasse;
3°. zoovele gewone onderwijzers der tweedederde of
vierde klasse, als noodig zijn om bij elke, afzonderlijk
onderwijs genietende, afdeeling een gewonen onderwijzer
te plaatsen.
Voorts zijn onder het hoofd werkzaam
aan iedere burgerschool en aan iedere andere school,
waar Burgemeester en Wethouders het noodig oordeelen,
één onderwijzer in handteekenen
klassenwaar ook Hoogduitsch
wordt
terwijl het schoolgeld op de openbare burgerschool te
Scheveningen vastgesteld bleef op 18 voor die klassen
waar nog geen onderwijs in Franschen 20 waar wel
onderwijs in Franschdoch nog niet in Hoogduitsch en
Engelsch gegeven wordtalles met vermindering voor vol
gende leerlingen uit hetzelfde gezin, die gelijktijdig eene
zelfde soort van school bezoektals hierboven voor de bur
gerscholen met een schoolgeld van ƒ24, is aangegeven.
Het schoolgeld op de tusschenscholen werd niet veranderd,
het schoolgeld
het schoolgeld
van 1 Augustus