23 3. Hoofden liet Leerlingen. aan aan aan van Ra vesteyn straat de heer J. M. Prins, Hoofd eener openbare kostelooze school te Leiden en tot Hoofd der openbare kostelooze school aan de Keizerstraat te Schevenin- gen de heer J. Vreeburg, onderwijzer le klasse, aan de openbare burgerschool te Scheveningen. De heer J. M. Prins trad den 1 October 1890 in functie, terwijl de heer Vreeburg met den aan vang van 1891 zijnen nieuwen werkkring heeft aanvaard. de Ammunitiehaven 99 (alle voor de de Korte Lombardstraat 22, aan het de Nieuwe Schoolstraat 69 (alle voor aan de Lepelstraat 31, aan den Zwarte- In het algemeen kan met lof gesproken worden over het gedrag, den ijver en de toewijding der onderwijzers. Een bewijs dat de onderwijzers zich niet alleen bepalen tot het onderwijs aan de kinderen levert eene oproeping van eenige Hoofden aan openbare kostelooze scholen om kleeren voor de arme schoolgaande kinderen, welke oproeping een zeldzaam succes had en de medewerking, die de Vereeniging tot ver schaffing van warm voedsel aan arme schoolkinderen mocht ondervinden. De verhouding tusschen onderwijzers en over het algemeen niet te wenschen over. Bijzonderheden omtrent den loop der schoolbevolking in het afgeloopen jaar bevat de tabel letter Z, als bijlage achter dit verslag gevoegd Het aantal restanten, die zich hebben aangemeld, bedroeg op 31 December 1890 op de kostelooze scholen 509. Het getal kinderen, dat geen onderwijs geniet is veel grooter, omdat daar waar geen plaats is, dikwijls niet wordt inge schreven Op de school laagste klasse), Kortenbosch 39, de laagste klasse), weg 129 (alle voor de laagste klasse), aan de Tullinghstraat 135, aan de Hemsterhuisstraat 14, aan de Roggeveenstraat 24, aan de Lijnbaan 24, aan de Rijswijkschestraat 9. Aan de Rembrandtstraat waren geen restanten Met 1 Maart zullen de beide nieuwe lokalen der openbare school aan de Nieuwe Schoolstraat in gebruik genomen kunnen worden en mitsdien de 69 restanten dezer school

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 326