23 V. Bewaarscholen. VI. Plaatselijke schoolcommissie. Ter vervanging van Mr. P. R. Feith, die liet lidmaat schap der commissie had nedergelegd, werd Jhr. Mr. E. N. de Brauw tot onder-voorzitter onzer commissie benoemd. Mr. J. J. Gockinga zag zich, tengevolge zijner benoeming tot rechter bij de Arrondissements Rechtbank te Leeuwarden, en Mr. A. Teldeks, wegens drukke bezigheden, verplicht het lidmaatschap der Commissie neder te leggen. De Commissie verliest in hen twee belangstellende leden. In die ontstane vacaturen werd voorzien door de benoe ming van Jhr. Mr. W. A. R. Engelen en de heer W. R. DE GrEVE. De subcommissien, belast met het schoolbezoek iu de akte van bekwaamheid voor handwerken van nut en voor lager onderwijs in de Fransche taal. Behoudens het algemeen toezicht van Burgemeester en Wethouders en van de plaatselijke Commissie voor Lager Onderwijs is het toezicht op den toestand dier scholen en op de werkzaamheden in die scholen, alsmede op het gedrag en den ijver van het onderwijzend personeel meer bijzonder opgedragen aan eene Commissie van drie deskundigen, die tevens belast is met het toezicht op het onderwijs aan de helpsters en kweekelingen der scholen. Bijzonderheden omtrent den toestand dier scholen worden aangetroffen ia het verslag der hiergemelde Commissie, het welk als bijlage B achter dit verslag is gevoegd. IV. Zondagscholen. De zondagschool der vereeniging van den H. Vincentius ii Paulo, was ook weder in het vorige jaar de eenige school waar de kinderen des Zondags gewoon lager onderwijs kon den ontvangen. In die school worden de vakken ao van art. 2 der Wet regelende het lager onderwijs onderwezen. Van dat onderwijs werd door 80 kinderen gebruikgemaakt overeenkomende met het aantal in 1889. Het getal onderwijzers bedroeg 3.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 337