23
Letter A.
’s-Gravenhage, 3 Februari 1891.
VERSLAG van het Dames-Comité van toezicht
op de nuttige handwerken op de openbare scholen.
en Mejonkvrouw Quarles van
en Mejuffrouw Galand voor de
Het Dames-Comité van Toezicht, bij uw schrijven van
1 October 1889 belast met het toezicht op het onderwijs
in de handwerken voor meisjes op de openbare scholen in
deze gemeente, heeft de eer het volgende verslag uit te
brengen aangaande zijn werkzaamheden gedurende de drie
laatste maanden van het jaar 1889 en gedurende het jaar 1890.
Zooals u bij schrijven van 28 October 1889 is medege
deeld, benoemde het Comité tot Presidente, Mevrouw de
Douairière E. A. de Jonge-de Koek, tot Penningmeesteres,
Mejuffrouw W. Booms en tot secretaresMevrouw G. van
Eyk-Hardeman.
Het comité verdeelde zich in een viertal sub-commissiën,
aan elke waarvan het toezicht werd opgedragen over acht
der toen bestaande scholen. Daarbij werd er op gelet, dat
aan elke dezer sub-commissiën een evenredig aantal der
verschillende soorten van scholen werd toegewezen.
Onderscheidenlijk werden zij samengesteld als volgt:
A. Mevrouw Cremers en Mevrouw van Eijk voor de scholen
Lepelstraat, K. Lombardstraat (van Rijsinge) Kortenbosch,
Keizerstraat, Badhuisstraat, Waalstraat, Koningin-Emma-
kade, Rijswijkschestraat
B. Mejuffrouw van der Ende
Ufford voor de scholen
N. SchoolstraatAmmunitiehaven ZwartewegZuidwal,
Achter-raamstr., HoefkadeK. Lombardstraat (Hoffman)
Noordstraat;
C. Mevrouw Gravelotte
scholen
Tullinghstraat, RembrandtstraatLijnbaan, Sirtemastraat,
Zieken, Badhuiskade, Falckstraat, Alexander veld
D. Mevrouw Klein en Mejuffrouw Booms voor de scholen
HemsterhuisstraatRoggeveenstraat, Duinstraat, Gedenk
naald, Noordwal, Schelpkade, Kerkstraat, Atjehstraat.
De Presidente sluit zich beurtelings aan bij één dezer
sub-commissiën.