23 De Hoofden. Door de Enquête-commissie werd in het door haar uit gebracht verslag reeds aangetoond, dat de zienswijze der Hoofden een onmiskenbaren invloed uitoefent op den toestand van het handwerken-onderwijs in hunne scholen. Het Comité van Toezicht heeft gedurende het nog betrekkelijk kort tijd perk van zijne werkzaamheid ruimschoots gelegenheid gehad om dezelfde ervaring op te doen. Het erkent dan ook gaarne, dat de meerderheid* der schoolhoofden ondubbelzinnige be- Naar aanleiding van het verzoek door sommige school hoofden tot het comité gericht, om advies voor het opmaken hunner voordrachten van handwerken-onderwijzeressen, be sloot het comité een sub-commissie in ’t leven te roepen, tot wie men zich in soortgelijke gevallen om bericht en raad omtrent de bekwaamheid en geschiktheid der onder wijzeressen zou kunnen wenden. Deze taak werd opgedragen aan Mevrouw Gravelotte en Mejuffrouw Booms, terwijl als plaatsvervangsters werden aangewezen Mejuffrouw van den Ende en Mejonkvrouw Quarles van Ufford. Reeds terstond na zijn in functie treden begon het comité met het bezoeken der scholen, en ging daarmede tot heden voort. Alle scholen zijn thans tweemaal, de meeste driemaal bezocht. Op het voetspoor van hetgeen indertijd geschiedde door de Enquête-commissie, belast met het instellen van een on derzoek naar den toestand van het handwerken-onderwijs op de openbare scholen dezer gemeente, werd bij deze be zoeken vooral gelet op de volgende hoofdpunten I. De Hoofden, en hun invloed op een goede organisatie van het onderwijs in de nuttige handwerken op hunne scholen. II. Het Hulppersoneel. III. De methode van onderwijs en in verband daarmede het leerplan. IV. De klasse-indeeling. V. De hulpmiddelen voor het aanschouwelijk onderwijs. VI. De grondstoffen, gereedschappen, berging, enz. VII. De bestemming van het afgemaakte werk. VIII. Resultaten van het onderwijs in dit vak en oorzaken van gebrekkigen toestand. Het comité veroorlooft zich u het een en ander omtrent zijne opmerkingen bij het bezoeken der scholen mede te deelen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 340