23 wijzen geeft van zijne belangstelling in het onderwijs van de nuttige handwerken, en zich beijvert om te zorgen, dat ook dit onderdeel van hun leerprogramma tot zijn recht kotne. Van de zijde dezer Hoofden mocht het comité medewerking ondervinden. Zijn evenwel enkele schoolhoofden, naar het schijnt nog niet doordrongen van de waarde van grondig handwerken-onderwijs op de lagere school, niettemin koes tert het comité het vertrouwen, dat ook onder deze gaande weg de overtuiging veld zal winnen, dat degelijk onderwijs in dit vak aan de vrouwelijke schoolbevolking een weldaad is voor de gezinnen uit eiken stand der maatschappij. Het Hulppersoneel. De nieuwe regeling van het handwerken-onderwijs op de openbare scholen, welke sedert 1 November 1890 in werking is getreden en welke hoofdzakelijk hierop neerkomt, dat alle meisjes der geheele school op dezelfde uren onderwijs in de nuttige handwerken ontvangen, heeft aanleiding gegeven tot eenige overplaatsingen van het hulppersoneel, alsmede tot de benoeming van eenige nieuwe onderwijzeressen. Was het vroeger geen regel, dat de schoolhoofden zich bij de vervulling van vacatures om advies wenden tot het Comité van Toezicht, na bovengenoemden datum hebben zij, hiertoe uitgenoodigd, door een schrijven van den Heer Wethouder van Onderwijs, bij voorkomende benoemingen van onderwijzeressen, geregeld inlichtingen verzocht aan het co mité. De sub-commissie, hierboven genoemd, heeft zich be ijverd daaraan op de meest nauwgezette wijze te voldoen. Ongetwijfeld bestaat er gegronde reden om te mogen hopen, dat op deze wijze langzamerhand een goed kader van on derwijzeressen in dit vak zal verkregen worden. Tot zijn leedwezen moet het comité intusschen opmerken, dat er onder de onderwijzeressen 1ste klasse eenige worden aangetroffen die voor haar taak niet ten volle berekend zijn. Om niet in herhalingen te vallen meent het comité te kun nen volstaan met te wijzen op hetgeen daaromtrent werd opgemerkt in het verslag der Enquête-commissie. Sedert is deze toestand weinig veranderd, en zeker zal het bezwaarlijk gaan, daarin op eenmaal een gewenschte verandering te brengen. Er kan evenwel met niet genoeg nadruk gewezen worden op de wenschelijkheid om, vooral bij de benoeming van onderwijzeressen 1ste klasse, nauwlettend toe te zien,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 341