23 II Onderwijzend personeel. Aan de 7 openbare bewaarscholen waren op 1 December 1890 werkzaam7 hoofden, 35 helpsters, allen met akte, en Aan Edelachtbare Heeren Burgemeester en Wethouders van 's-Gravenhage. I. Algemeene opmerkingen. De zeven openbare bewaarscholen werden in den loop van het jaar geregeld door de commissieleden gezamenlijk bezocht. Doorgaans werd één schooltijd per week in ééne der bewaar scholen het onderwijs bijgewoond. De commissie heeft gemeend, dat het voornaamste deel harer taak het onderwijs was, dit te beoordeelen, daaromtrent des noodig inlichting en raad te geven, opdat de er mee belaste personen meer en meer zich hare taak bewust worden en die goed vervullen. In elke school heeft de Commissie meer bepaald de 2e en 3e helpsters eene taak opgedragen (vertellen, met ringen werken en spelen); na afloop er van heeft ze, soms in overleg met het betrokken hoofd en bespreking met haar, de onder wijzeressen gewezen op het goede en minder goede in de gegeven les, vooral opdat dezen er aan zouden gewennen, zich rekenschap te geven van haar werk en daarover na te denken. Naast dit meer opzettelijk onderzoek van enkelen heeft de Commissie bij elk harer bezoeken tevens zooveel mogelijk allen zien werken, om op de hoogte te zijn van de geheele inrichting. Ofschoon zij dit deel harer taak, het paedagogische, het belangrijkste acht, heeft de Commissie hare aandacht even zeer gewijd aan wat men meer de uiterlijke dingen zou kunnen noemen, als daar zijn: leermiddelen, localiteit, meu belen, enz. Uit het volgende zal dat meermalen kunnen blijken. Letter B. VERSLAG omtrent den toestand der gemeentelijke bewaarscholen uitgebracht door de Commissie van toezicht op die scholen. Naar aanleiding van het bepaalde bij art. 4 der verorde ning no. 13 van 1888 heeft de Commissie van Toezicht op de gemeentebewaarscholen de eer UEd Achtb. Heeren het volgende jaarverslag over 1890 aan te bieden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 345