23
het aantal helpsters is met het oog op
noodig. Daar in elke school 8 klassen zijn,
34 kweekelingen (4 vacatures), waarvan 3 met akte (zie
bijlage I). Over den arbeid, de vlijt en de geschiktheid van
het onderwijzend personeel valt over het geheel te roemen.
De rapporten der Hoofden waren op enkele uitzonderingen
na doorgaans gunstig. Ook de Commissie kreeg bij hare
bezoeken over het geheel een goeden indruk van den ijver
en de toewijding van bijna allen en den tact en de geschikt
heid van velen. Bij de onder I genoemde proeflessen bleek
der Commissie, dat een aantal helpsters voor hare taak wel
berekend waren Dat daarnaast nog eenigen minder geschikt
bleken, valt niet te ontkennen, ook onder de kweekelingen
zijn er, van wie het beter was, dat ze nooit bij het bewaar-
schoolonderwijs gekomen waren. Voor een goed deel ligt dat
zeker daaraan, dat bij het bewaarschoolwezen voor de a. s.
onderwijzeressen weinig uitzicht bestaat op het verwerven
eener eenigszins goede positiede werkkring is moeielijk en
vordert veel tijd en inspanning, en het uitzicht om op ruim
20jarigen leeftijd (eerder kan geen akte verkregen worden
en niemand helpster worden) slechts f 125.te verdienen,
met niet zeer groote kans om op te klimmen tot 200 250
of 300 gulden, is niet schitterend te noemen.
Daarom worden de vlugge leerlingen eener lagere school
wel voor het lager, slechts bij uitzondering voor het be-
waarschoolonderwijs opgeleid, meisjes met middelmatiger!
aanleg, en dan veelal kinderen van ouders, die niet in staat
zijn hunne dochters voor eene betere positie op te laten
leiden, worden bestemd voor bewaarschoolonderwijzeres.
Eene der Hoofden wijst er op, dat vermeerdering van het
aantal onderwijzeressen-helpster verbetering in dezen toestand
zou brengende Commissie beaamt ditmaar verwacht nog
meer heil van verhooging van jaarweddenzoo aan elke
school één aangesteld werd met hooger traktement dan nu
de le helpster geniet, zouden de uitzichten van allen reeds
iets verbeteren.
Uitbreiding van
’t onderwijs zeer
moeten naast de 5 helpsters ook 3 kweekelingen zelfstandig
optreden en eene klasse geheel voor hare rekening nemen;
onder de 3e (en 2e ook) komen meisjes voor van 15 en 16
jaar, die uit den aard van haren leeftijd en hare ontwikkeling
niet berekend kunnen zijn voor hare taak.
Volgens de bestaande verordening moet bij bevordering