23
Wat overigens den wensch van meer vacantie voor het
onderwijzend personeel betreft, de Commissie acht dien niet
onbillijkde onderwijzeressen toch hebben inderdaad een
zeer gebonden betrekking, eiken dag van 9 —4, en weinig
vrijen tijd.
IV. Gang van het ondencijs.
Op eene vergadering van hoofden van scholen met de leden
der Commissie werden o.m. ook de roosters van werkzaamheden
in de verschillende scholen besproken. Het was der Com
missie opgevallen, dat voor sommige ■werkzaamheden een
vol uur aaneen op den rooster voorkwamzij achtte dezen
tijd voor kinderen van 3—6 jaar veel te lang. Hoewel de
betrokken hoofden niet allen het gevoelen der Commissie
deelden, vooral omdat naar hun beweren van zoo’n uur nog
al wat afgaat voor andere noodzakelijke dingen, begrepen
toch ook dezen, dat afwisseling in werkzaamheden zeer
nuttig isdat het slechts opwekkend kan werken, als tus-
schen eene les eens voor eenige oogenblikken iets anders
ter hand genomen wordt, als geestinspanning en lichaams
beweging geregeld afwisselen, als in eene les waarbij
de leerlingen hoofdzakelijk hebben te luisteren hun zoo nu
en dan de gelegenheid wordt geboden om ook eens iets te doen.
Van voortgezette vriendschappelijke bespreking tusschen
hoofden en Commissie mag veel goeds verwacht worden in dezen.
De resultaten van het onderwijs kunnen over het geheel,
de bestaande omstandigheden in aanmerking genomen, be
vredigend genoemd worden. Straks werd reeds vermeld, dat
de Commissie naast een overzicht van’t geheel meer bepaald
de 2e en 3e helpsters heeft laten vertellen, met ringen wer
ken en spelen. De Commissie heeft er naar getracht, de
onderwijzeressen het noodzakelijke te doen inzien, om zich
bij eene vertelling doel en strekking voor oogen te stellen.
Het werken met ringen gaf hier en daar verrassende bewij
zen van de vindingskracht der leerlingen, in enkele scholen
volgde men hierbij een geregelden gangom het kind ge
leidelijk schoone vormen te laten vinden en oog daarvoor
te krijgenin een paar andere echter kreeg de Commissie
den indruk, dat dit ringenwerk meer als eene aangename
bezigheid en tijdpasseering beschouwd werd, dan wel als een
middel tot vorming van smaak en ontwikkeling van het
voorstellingsvermogen.