24
B
Bijzonder Onderwijs.
De Academie van Beeldende Kunsten.
Directeurde Heer A. van Delden.
In het afgeloopen jaar werd door eene practische ver
bouwing dank zij de mildheid van het gemeentebestuur
het aan de Academie grenzende huis van wijlen Mr. H. J.
Baron van der Heim van Duijvendijke daarmede tot een ge
heel vereenigd.
Eenerzijds kon daardoor worden voldaan aan de reeds
lang gevoelde behoefte aan onderwijslokalen de zolder
verdieping van bedoeld huis werd tot geschikte teekenzalen
mgericht, anderzijds kon doeltreffende huisvesting ver
leend worden aan het onder de auspiciën der Academie in
het leven getreden Museum van Kunstnijverheid. De inge
bruikstelling daarvan voor het onderwijs aan de Academie
zal zeker den ten vorigen jare opgerichten Kunstnijverheids-
maand December 1890 vergelijken met dezelfde maand van het
voorafgaande jaar is de toevloed der leerlingen nog steeds
stijgende (28 tegen 25), een bewijs dat het nut der zeevaart
kundige lessen te Scheveningen meer en meer wordt ingezien.
Die toevloed van leerlingen heeft het dan ook in December
jl. noodig gemaakt om overeenkomstig het reeds in April
bevorens goedgekeurde voorstel van den verdienstelijken
leeraar naast de beide reeds bestaande klassen, eene derde
tusschenklasse, te vormen, zoodat de leerlingen thans naar
gelang van hun leeftijd in drie categoriën zijn gesplitst, die
beneden 14, die van 14 tot en met 16, en die van 17 jaren
en daarboven.
Elke categorie ontvangt drie malen ’s weeks (Maandag,
Woensdag en Vrijdagnamiddag) 1 '/o uur onderwijs, en wel
de jongste leerlingen van 45’4 uur, de oudsten van 6—7*/2
uur, en de in leeftijd daar tusschen vallende van 12X4 uur,
Door deze regeling is het aantal lesuren van 9 tot 13'4
's weeks gestegen.
In December 1890 telde de school 7 leerlingen beneden
14, 10 van 14 tot en met 16, en 11 van 17 jaren en
daarboven.
Het practische gedeelte van het onderwijs vooral vermag
de meer volwassenen te boeien.
I.