24 onder de leer- machinebankwerkers en boetseerders Totaal Bij de omtrent de timmerlieden II. De Ambachtsschool. Directeur: de heer H. L. Boersma. In December 1890 werd de school bezocht door 129 leer lingen, tegen 121 in 1889. Volgens de indeeling bij het theoretisch onderwijs zijnde leerlingen aldus verdeeld 1ste klasse 74 tegen 59 in 1889. 2de 38 40 3de 17 22 Totaal 129 121 De eerste klasse, tot dusverre uit 2 parallel-afdeelingen bestaande, moest in 3 afdeelingen worden gesplitst. Naar het door hen gekozen beroep zijn er L„ lingen timmerlieden meubelmakers. huisschilders smeden en beeldhouwers De Afdeeling C (ornament) bestond uit 42 leerlingen. Aan het boetseeren (Afdeeling D) namen 45 mannelijke en 20 vrouwelijke leerlingen deel. De 1ste klasse der Afdeeling E (bouwkunde) bestond uit 67 leerliugen; de 2de, 3de, 4de, 5de, 6de, 7de en 8ste re spectievelijk uit 60, 17, 3, 12, 11, 6 en 7 leerlingen. Aan den cursus in het Werktuigkundig teekenen namen 17 leer lingen deel.” Het reeds talrijk leerarenpersoneel onderging door de be noeming der heeren F. W. G. Becker en E. Claus nieuwe uitbreiding. 60 tegen 53 in 1889. 12 12 5 4 129 121 en smeden en machine bankwerkers opgegeven getallen dient te worden opgemerkt dat onder de 60 timmerlieden 8 leerlingen zijn, die in het tweede en derde leerjaar als machinebankwerker wenschen onderwezen te worden, en in afwachting dat daarvoor plaats zal komenin hun eerste leerjaar het daarbij behoorend onderwijs in modelinaken genieten bij de timmerlieden Bij het toelatingsexamen in April en October werden res pectievelijk 28 en 32 adspiranten geëxamineerd, van welke 8 en 17 slaagden. fl 99 22 30 30

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 474