26 van vroeger liet gebouw het toezicht de handhaving van de het ge- de ver- wegelijk gemaakt. De tafel beantwoordt thans geheel aan hare bestemming. Ten aanzien van de algemeene geschiktheid van bouw voor het gymnasium wordt verwezen naar slagen van vorige jaren. Het afgeloopen jaar heeft de ondervinding bevestigd, dat de inrichting van op het gedrag der leerlingen en algemeene orde hoogst moeielijk maakt. 4. Personeel. Aan den leeraar in de natuurlijke historie Dr. F. A. F. C. Went viel de eervolle onderscheiding te beurt, dat hem. op voorstel van de wis- en natuurkundige afdeeling der Koninklijke Academie van Wetenschappen, door den Minister van Binnenlandsche Zaken de subsidie uit het Buitenzorg- fonds werd toegekend tot het doen van botanische onder zoekingen op Java. Ten einde aan deze opdracht te kunnen voldoen, werd hem verlof verleend zich naar Indië te be geven van half Februari tot September. De waarneming van zijne lessen werd opgedragen aan den heer L. Vuuck. doctorandus in de plant- en dierkunde te Leiden, die zich van die taak op loffelijke wijze heeft gekweten. Niet lang echter heeft het gymnasium van de lessen van Dr. Went nut mogen trekken wegens zijne benoeming toch tot directeur van het Proefstation voor suikercultuur van West-Java te Tegal, werd hem op zijn verzoek door den Gemeenteraad op 25 November eervol ontslag verleend, met ingang van 1 Februari 1891. Nog zij vermeld, dat de heer D. Aitton, leeraar in de geschiedenis en aardrijkskunde, door den Minister van Oorlog werd benoemd tot lid der commissie belast met het afnemen van het toelatingsexamen der Koninklijke Militaire Academie. Om aan die opdracht te kunnen voldoen, werd hem verlof verleend van 12 Juni tot in de tweede helft van Juli.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 489