27. By landt, A. P. van Dirxland, van Malsen, van bedoelde Coni- Raad van de volgende heeren tot leden missie van beheer: G. H. Bauer, Mr. C. J. E. Graaf van Godon, Mr. H. M. A. Baron van der Goes 1 G. P. Grandia. P. A. Haaxman Jr., F. H. J. J. van Nieukerken en Jhr. Mr. V. de Stuers. Genoemde heeren lieten zich het mandaat welgevallen, behalve de heer van Bylandt, in wiens plaats door uw Col lege gekozen werd de heer Mr. W. A Baron van Verschuer, die de benoeming aannam. In de eerste vergadering der Commissie, den Hen Juli 1888 gehouden, benoemde zij tot haren Voorzitter Jhr. Mr. V. de Stuers, tot haren Secretaris den heer P. A. Haaxman Jr. De heer de Stuers verklaarde zich bereid een reglement te ontwerpen, dat in eene volgende bijeenkomst met eenige wijzigingen voorloopig werd aangenomen Uw college hechtte aan dat reglement zijne goedkeuring behoudens enkele be merkingen, die na gepleegd wederzijdsch overleg, tot defi nitieve vaststelling van onze statuten geleid hebben. Krachtens art. 8 werd uw Raad in kennis gesteld van de samenstelling van het bureau der Commissie, dat inmiddels was aangevuld door de benoeming van de heeren Godon en Bauer, respectievelijk tot Ondervoorzitter en Penningmeester. In de volgende bijeenkomsten der Commissie, die geregeld volgens het reglement gehouden werden, waren de voor naamste onderwerpen van behandeling: het lokaal voor het Museum, de geldmiddelen en de verzameling voorwerpen. Dank zij de medewerking van uw College, welke de Com missie met de meeste erkentelijkheid vermeldt, mocht zij zich spoedig verheugen in den afstand van eene lokaliteit grenzende aan de woning van Jhr. van den Velden, en toen reeds kort daarna de afgestane ruimte te beperkt bleek, waren onze Voorzitter en Ondervoorzitter zoo gelukkig uw College bereid te vinden, aan ons verzoek om eenige uit breiding gevolg te geven. Nadat uw Raad met zijnen Secretaris nog op andere wijze van zijne belangstelling had blijk gegeven door toe te treden als stichter van het Museum met eene bijdrage ad f300. werd dat voorbeeld weldra gevolgd door vele anderen Met name vermelden wij de heugelijke toetreding van Hare Majesteit de Koningin en van Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Saksen als stichteressen van het Museum.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 520