27 De Commissie teekent tevens aan, dat zij van den Direc teur der Academie, den heer A. van Delden, steeds met de meeste bereidvaardigheid hulp ondervond, waar zij meende die te moeten inroepen. Aan het einde van haar verslag moet de Commissie met weemoed vermelden het overlijden van een harer leden, den hees Mr. H. M, A. Baron van der Goes van Dirxland, een verlies dat door de Commissie ten zeerste betreurd wordt. Terwijl de Commissie reden van tevredenheid heeft over hetgeen zij tot heden mocht verrichtendank zij veler medewerkinginzonderheid van uwen Raadbleven toch nog vele wenschen onvervuld waaronder in de eerste plaats de opening en de ingebruikstelling van het Museum voor het onderwijs aan de Academie en voor het publiek. Zij beschouwt die opening als de beste aanbeveling voorde goede zaak, maar zij meent daartoe vooralsnog niet te moeten overgaan, omdat zij onlangs officieus mocht vernemen, dat bij uw College plannen in overweging zijn om andere en ruimere lokalen voor het Museum beschikbaar te stellen. Zij vertrouwt derhalve, dat het ook de goedkeuring van uw College zal wegdragen, dat met de opening alsnog gewacht wordt tot dat die plannen verwezentlijkt zijn, terwijl zij meent er op te mogen rekenen dat die opening in het na jaar zal kunnen geschieden. De Commissie van beheer over het Haagsch Museum van Kunstnijverheid: VICTOR DE STEERS, Voorzitter. P. A. HAAKMAN Jr., Secretaris. ’s-Gkavenhage, Maart 1890.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 522