I
I
1
'■I
'411
h
Bijlage 3Ö
Van f
n
n
r>
n
n
>5
n
n
n
n
n
n
n
n
v
n
n
3
n
n
n
r>
n
M
n
n
n
ft
H
n
n
n
r
n
n
7>
j?
n
2-
5
10—
20.—
30.—
50
75
100
200
300.—
500—
700—
1200—
i) i
VERSLAG van den Staat der Gemeentebank
van Leening te s-Gravenhage over 1890.
1.tot en met f
2.50
6—
12—
22—
35—
50
80—
105—
205—
305—
505—
800—
Meer 5255
De oorzaak der vermindering van beleend kapitaal en vermeerde
ring van het aantal kleine panden, kan in hoofdzaak gezocht worden
in de waardevermindering van de grondstoffen, waarvan tegenwoordig
de kleedingstukken worden vervaardigd.
Artikelen, die vroeger zonder bedenking in beleening werden ge
nomen, moeten thans veel worden afgewezen, omdat de minimumbe-
leensom f 1.is.
Het geheele getal panden beleend in de jaren
Meer Minder
dan in 1889.
124149 d. i. 4047
1741
65
497
22
29
8
36
2
3
4
80255
15513
5430
1286
572
253
96
79
3
4
5
3
>5
n
n
n
227658 5856 601
601
Bij de rekening over 1890 hebben Commissarissen de eer aan den
Raad een verslag van de operatiën der Bank van Leening over te leggen.
De vermindering van de
Beleeninoen
ten vorigen jare Uwer vergadering medegêdeeld, hield dit jaar aan
tot de maand Maart om na dat tijdstip successivelijk te stijgen en
op 31 Dec. te eindigen met een getal van 5255 panden hooger, doch
een bedrag van f 5997.50 aan voorgeschoten kapitaal minder dan op
31 Dec. 1889.
Er werden namelijk beleend aan panden: