I
35
I
1
1890.
vorige jaren
n
n
n
n
■n
Y)
426
677
875
1052
1216
672-17
596
26516
307
941
836
801
1107
61930
622
25497
412
595
1308
878
1170
61416
802
25016
Verkochte panden
3607 waarop was voorgeschoten f 12754.50 d. i. 265 in getal meer
en f' 33 minder in voorgeschoten kapitaal dan in het vorige jaar.
Dit verschil liet zich verdeden als volgt:
werden er in getal 391 meer en
der dan in 1889 afgelost.
In den gemiddelden tijd
of geen verschil.
Vergeleken met de hiervan gehouden statistieken van
blijft de gemiddelde duur voor de gouden en zilveren panden ruim 8
maanden en voor de linnen en wollen ruim 6 maanden.
Dit jaar bedroeg het aantal
n
n
•n
r>
y>
n/d Hoofdbank overgebracht.
Opgaven, die niet alleen aantoonen dat de vermeerdering der kort
stondige beleeningeu niet schuilt in die soort pandgevers die week in
en week uit des Maandags hunne goederen beleenen om ze des Za
terdags weer in te lossen, maar ook bij herhaling bevestigen wat in
vroegere verslagen is gezegd, namelijk: dat de Bank van Leening
eene gereede gelegenheid is, waarop de kleinhandelaar en handwerks
man in geldelijken nood rekenen.
Wat betreft de vermindering der Maandagsche beleeningen (7000
minder dan in 1888) kan men aannemen dat die lieden zich thans
geregeld wenden tot de huizen van verkoop met recht van wederin-
koophuizen, waar men door op korteren termijn te beleenen, een
grooter voorschot geven kan en die inzonderheid voor hen, die slechts
voorwerpen van geringe waarde kunnen aanbieden, zeer verleidelijk zijn.
Aan panden van langer verblijf.
terwijl uit de Maandagsche beleeningen werden afgelost:
in 1888. 1889.
van verblijf dezer soort panden was weinig
Bankpanden
aan beleend kapitaal f 9678.min-
Op den dag hunner beleening
In daarna
2n
Sn
4n
n 5n
»7n„
n Sn
Totaal der op Maandag beleende panden 98605
92041 91597