s
1
k
OPGAVEN omtrent de Spaarbank der Maat
schappij tot »Nut van ’t Algemeen» te
’s-Gravenhage, over het boekjaar 1890.
Bylage 3 O No. 3.
f2,696,934,47
Neen.
n
n
n
n
r>
n
n
tf
673
6400
7573
2021
160
16827
- 1,068,150,60
f2,444,868,29
- 252,066,18
9794
f2,277,536,74
- 1,164,322,61
71,159,54
f3,513,018,89
n
n
- 1000 en hooger
Totaal van het aantal inlagen in het boekjaar, gedaan
Aantal uitbetalingen aan inleggers idem
Tegoed der inleggers aan het begin van het boekjaar
Bedrag der inlagen gedurende het boekjaar
(Hieronder niet op te nemen de rente die bij het
tegoed is gevoegd).
Rente aan de inleggers toegekend a 3 pCt. (onver
schillig of die rente is uitbetaald, dan wel bij het
tegoed is gevoegd; verg, de aanteekeningen op de
volgende bladz.)
1 tot beneden f
10
100
Aantal inlagen in het boekjaar gedaan beneden één gulden
van f 1 tot beneden f 10
- 100
- 1000
Bedrag der uitbetalingen in het boekjaar (hieronder op
te nemen de aan de inleggers uitbetaalde rente
Tegoed der inleggers aan het einde van het boekjaar
Bedrag van het reservefonds idem
Overige crediteuren idem
Geheel bedrag der waarden van de bank idem
Is in het afgeloopen jaar ook verandering gebracht in
den rentetax? Zoo ja, wat was aan het einde des
boekjaars het bedrag van den rentetax, waarnaar aan
de inleggers rente wordt toegekend 3 pc. gebleven.
Is het kapitaal der bank geheel of ten deele geplaatst
in eene andere spaarbank? Zoo ja, tot welk bedrag
aan het einde des boekjaars
en in welke spaarbank?