i
i
i
VERSLAG
vaart
1. Aloemeene beschouwingen.
aan
door niet langer
der Kamer ran Koophandel en Fabrieken
nopens den staat ran Handel, Nijverheid en Scheep-
in de gemeente ’s-Gravenhage. over 1890.
ran Koophandel
ran Handel, Nijverheid
Het is aan de Kamer aangenaam haar verslag omtrent
den toestand van Handel en Nijverheid in deze gemeente
te kunnen aanvangen met de verklaring, dat in het algemeen
eenige meerdere levendigheid valt waar te nemen. Énkele
takken van industrie mochten zich in vooruitgang verheu
gen, en al zou nog veel anders kunnen worden gewenscht,
toch mogen de lichtstralen niet ondankbaar worden voorbij
gezien.
Meer in het bijzonder moet hier worden gewezen op de
bevredigende uitkomst, welke de visscherij voor Scheveningen
opleverde. De reeders toonden zich voldaan en de voordeelen,
welke door hen werden verkregen, kwamen aan de beman
ning ten goede.
Met de uitvoering van het plan voor den aanleg van de
zeehaven is men sedert het laatste jaarverslag geen stap
nader gekomen. De moeielijkheden schijnen in het tegendeel
toe te nemen, terwijl aan het te boven komen der bezw aren
door velen reeds wordt gewanhoopt. De Kamer deed in
1890 bij herhaling van haar ingenomenheid met het haven
plan blijken, en zij vertrouwt dat ten slotte, op welke wijze
dan ookde aanlegten voordeele van de visscherijzal
worden verwezenlijkt. De Regeering kan harerzijds veel tot
het bereiken der door velen gewenschte uitkomst bijdragen,
door niet langer aan te dringen op het fort, waarvan de
Bijlage