39 defensiewaarde door deskundigen zelfs wordt betwijfeld. Ten einde tot eene oplossing der havenquaestie te komen gaf de Kamer aan den Gemeenteraad in overweging, om aan de concessie-aanvragersde heeren Steers en Cliffordeen termijn te stellen voor de indiening hunner plannen. Aan de Kamer werd daarop door Burgemeester en Wethouders berichtdat door de concessie-aanvragers plannen waren ingezonden, en als gevolg der critiek. daarop door Burge meester en Wethouders uitgeoefend, door nieuwe waren ver vangen. Sedert werd echter niets meer daaromtrent vernomen dan de mededeeling van den heer Burgemeesterbij de behandeling van de begrooting voor 1891, waaruit bleek, dat de havenaanleg nog verre vali zijn verwezenlijking ver wijderd was. De Kamer wendde zich tot den Gemeenteraad om een verlaging van den prijs van het gas. voor andere doeleinden dan voor verlichting. Tot haar leedwezen vond haar denk beeld geen steun bij de meerderheid 'van den Raad. Zij stelt zich voor op deze aangelegenheid terug te komen zoodra de gasproductie door de uitbreiding der gasfabriek zal zijn versterkt, en tevens de financieele lasten, welke de onderneming drukken, zullen zijn verminderd. Met betrekking tot de kwestie der vaartverbetering meent de Kamer er op te moeten wijzen, dat het veelomvattend plan, waar zij zich tegen verklaarde, en dat een, zij het dan ook kleine meerderheid in den Raad verwierf, in de uit voering op onoverkomelijke bezwaren schijnt te zullen stuiten. Reeds werd door Burgemeester en Wethouders medegedoeld dat het plan tot bescheidener afmetingen zou worden terug gebracht. De Kamer koestert de hoop dat men zal inzien dat hetgeen zij van den aanvang af als noodig en wensche- lijk heeft voorgesteld, ook werkelijk is ten uitvoer te brengen. Zij achtte het toenmaals voldoende indien verbetering van de bestaande vaart plaats had, en zij is meer dan ooit van meening, dat alleen langs dien weg het verkeer te water in onze gemeente zal kunnen worden vergemakkelijkt. Het grootsche ontwerp, waarvoor de meerderheid van den Raad werd gewonnen zou belangrijke offers van de gemeente vorderen, zonder dat de welvaart der handeldrijvende be volking er in evenredigheid door zou worden gebaat. Dit overweging wat het algemeen belang eischt, blijft de Kamer in het gevolg geven aan hare voorstellen te dezer zake

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 588