VII. Middelen van vervoer. 39 In a. A - 10,702,207.63 a. Te water J eens Afd. II in geval Maastricht op ’s-Gravenhage verblijft te Delft. Evenzoo is m was van overlijden levenslange geheele of gedeeltelijke onbekwaamheid tot werken c. tijdelijke onbekwaamheid tot werken aan dagelijksche uitkeering - 8,222.95 Op ulto. Dec. 1890 waren deze cijfers a 14,643,000, b 16.746,000 en c 12.800. Daar het jaarverslag over 1890 nog niet was vastgesteld, konden enkele bedragen niet definitief worden opgegeven. 107% verkrijgbaar. Het maatschappelijk kapitaal was ver deeld over de beide afdeelingen „Levensverzekering" en „Ongeluksverzekering’’ (Afd. I en II). De reserve bedroeg op ulto. December 1890 in Afd. I 524,407.12', tegen I' 355,156.47 in het voorafgaande jaaren in Afd. II 19,753.65, terwijl op dien zelfden datum in hypotheken, effecten enz. was belegd een som van 746,000, tegen I 510,500 op ulto. December 1889. Een groot deel der winst in Afd. I komt aan de verzekerden ten goede. De verzekerde kapitalen in Afd. I bedroegen op ulto. December 1889 5,672,602.10, terwijl toen aan rente was verzekerd 54,374.95. Op het einde van 1890 waren deze cijfers resp. 6.624,049.39 en f 79,788.54. Het bedrag der jaarpremie klom in 1890 met 51,796.73, terwijl aan premie bovendien in dat jaar werd gestort 44,500. op ulto. December 1889 verzekerd: 9,495,840.63 In het aantal stoombootdiensten tusschen ’s-Gravenhage en andere plaatsen, kwamen in 1890 de volgende wijzigin gen voor: Een der stoombooten van heeft de dienst gestaakt en de dienst met een der stoombooten Breda-’s-Gravenhage opgeheven. Door de firma Haentjes en Muller te Rotterdam, zijn 2 stoombooten in de vaart gebracht, die tusschen Rotterdam en ’s-Gravenhage op geregelde tijden af- en aanvaren. De volgende tabel wijst aan het getal stoombootdiensten tusschen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1890 | | pagina 611